Een aantal jaren later, in 1968, trad Bart als landmeter in dienst bij de toen nog heel kleine Fugro. Vier jaren in loondienst volgden. Toen hij iemand mee kreeg op zijn werkzaamheden op locatie die officieel ‘boven’ hem stond, gaf hij er de brui aan en begon definitief een garagebedrijf voor zichzelf. Van zijn moeder leende hij een bescheiden ‘startkapitaal’ en hij kocht een heus garagepandje in de Haagse Blekerslaan, midden in de binnenstad. Onder de naam ‘Autobedrijf Bart Spoelstra’ begon hij. Eén en ander stond niet officieel ingeschreven. Dat kon toen gewoon.
In de tussentijd, in augustus 1970, kocht Bart zijn eerste eigen M.G., een TD. Tegen de tijd dat het eenmaal zo ver was, had hij al menig auto in handen gehad, van grote Mercedessen via Ford Fairlane lijkwagens tot minuscule Fiat 5- en 600-tjes en Austin Mini Sevens, maar geen was er zo gewenst als deze TD. Weliswaar had hij als kleuter tegen zijn juf de inmiddels legendarische woorden ‘zo eentje wil ik er later ook!’ uitgesproken bij het zien van een TC, een TD was ook goed, als het maar een M.G. was!
Een periode van deelname aan clubactiviteiten brak aan. De M.G. T-Type Owners (‘TTO’) bestonden al een paar jaar (1968) toen Bart lid werd, maar de MGA-Type Owners nog niet en samen met zijn echtgenote Madelon, was hij in 1973 betrokken bij de oprichting van deze ‘ATO’. Ook werd hij uiteraard lid van de MG Car Club Holland.
Vanaf het moment dat Bart in de Blekerslaan zat, specialiseerde hij zich in M.G.’s, al opereerde hij als Autobedrijf Bart Spoelstra.
Toen er een Vlaamse klant om een btw-bon vroeg, moest er eerst richting Kamer van Koophandel gegaan worden voor een officiële inschrijving. Met terugwerkende kracht schreef hij zijn bedrijf in onder de naam ‘MG Workshop’. De inschrijving staat gedateerd op 1 februari 1972. De openingsreceptie werd echter op 12 februari gehouden. Of was het toch op de 9e? Er doen diverse meningen de ronde. We houden het inmiddels al jaren op de 12e.
1973. Bart was nog maar net bezig, of er brak een oliecrisis uit. Was er reden tot zorg binnen zijn in een sportautomerk gespecialiseerde bedrijf? Het antwoord bleek nee te zijn. Er was genoeg werk voor Bart om zijn groeiende gezin op bescheiden niveau te onderhouden. In die tijd reden veel mensen hun M.G. gewoon als eerste auto en waren het dus wat minder ‘luxe-artikelen’ dan tegenwoordig het geval is.
MGA-tjes werden in die jaren aan de lopende band weggegooid, ze waren geen stuiver waard. Het gerucht gaat dat ze op een zeker moment zelfs opgestapeld stonden in de straat om opgeknepen te worden door het Haagse sloopbedrijf Pametex. Enkele klanten waren volhardend en lieten hun MGA’s restaureren of in elk geval op de weg houden. Een aantal van deze mensen zijn niet alleen nog altijd in het bezit van hun ‘overlevende’ MGA, maar zijn ook nog steeds klant.
Onderdelen voor de oudere M.G.’s waren maar beperkt leverbaar in de jaren ’70 en ’80. Voor de MGB gold dat minder, die werd toentertijd tenslotte nog gewoon nieuw gemaakt. Iedere twee weken scheepte Bart in naar Engeland om daar bij alle bekende leveranciers zijn tevoren doorgebelde bestellingen op te pikken. Kort voor vertrek nog een telefoontje voor de zekerheid; ‘Ligt het écht klaar? Ik heb maar 10 minuten bij je voor ik weer terug moet richting haven!’ – ‘Of course all is ready for you, Bart, see you in a bit!’ … Maar helaas, met behoorlijke regelmaat was dat natuurlijk niét het geval en haastte Bart zich een ongeluk om steeds op tijd terug te zijn! Het leverde jaren later wél mooie verhalen op!
1979. Opnieuw een oliecrisis. Opnieuw geen reden tot zorg. M.G.-rijders bleken volhouders en werk bleef er genoeg.
1980. De fabriek sluit. Grote paniek bij Bart. Wat nu? Gewoon doorgaan en maar zien leek de enige manier. En dat bleek goed uit te pakken. De late jaren ’80 brachten een ware ommekeer teweeg! Oude (sport-)auto’s werden ineens ‘klassiekers’ of ‘oldtimers’. Uit de droge gebieden van Amerika werden er massaal roestvrije MGA’s en B’s in containers geschoven en hierheen gehaald. Er ontstond een nieuwe beweging waarin mensen een oude sportauto als tweede auto gingen houden. De rage lijkt 35 jaar later nog niet voorbij en dat is maar goed ook!
Het 10-jarig bestaan in 1982 werd georganiseerd door een team van trouwe klanten. Er stond een nachtrit op het programma. Vele ritten van dit type zouden er nog volgen. Bij de finish in de Blekerslaan stond er dan steevast een compleet Engels ontbijt klaar voor de deelnemers.
Bart enthousiasmeerde menig klant vooral mee te doen aan allerhande evenementen. Zo ook aan de weekenden die Stichting MG Noord in de jaren ’80 jaarlijks organiseerde op het TT circuit van Assen. Er kon geslalomd, gesprint, geracet en gegymkhanaad worden. De MG Workshop was er ieder jaar weer met een groep klanten en de hele familie bij.
Op de werkvloer werd Bart dikwijls bijgestaan door ‘passanten’, heren van alle leeftijden en alle achtergronden die een jaartje werk zochten, al dan niet vrijwillig, een dagje in de week bijklusten of een zaterdagbaantje hanteerden. Kleurrijke figuren vaak.
In de tweede helft van de jaren ’80 stonden er twee klanten op die aangaven te willen gaan racen. Een MGA voor de één en een MGB voor de ander werden geprepareerd naar FIA-standaard en MG Workshop Racing was geboren.
Een enkele klant zette zijn Midget, Metro of V8 in voor de rallysprint; rally rijden op voor overig verkeer afgesloten openbare wegen zoals we dat kennen van het WRC. Met een plastic tasje met wat gereedschap ‘servicete’ Bart zijn klanten tijdens grote rally’s als de Tulpenrallye (toen nog niet historisch) en de Nacht van Achtmaal en tijdens HARC races op Zandvoort.
Het team werd langzaamaan uitgebreid en op het hoogtepunt bestond MG Workshop Racing uit drie MGA’s en drie MGB’s voor op het circuit en voornoemde Midget, Metro en V8 voor de sprinterij. Met een grote rood-witte tent en een horde aan rijders, ‘pit crew’ en fans in knalrode T-shirts en overalls viel het team goed op in de paddocks van de diverse circuits.
De naamsbekendheid die de MG Workshop opdeed dankzij veelvuldige successen en vermeldingen in de landelijke pers, maakte dat de professionaliteit toenam: een klant, “Sir Francis”, nam in die jaren in zijn vrije tijd – in driedelig tweed – het onderdelenmagazijn van de garage onder zijn hoede en runde ‘MG Workshop Spares’, volgens advertenties uit die tijd mét ’24-uurs telefoonservice’! Het antwoordapparaat was uitgevonden …
In 1992 werd het 20-jarig bestaan groots aangepakt: een heel team van klanten nam in het geheim de organisatie op zich en regelde het Schelpenpad op het Lange Voorhout als locatie. Inderdaad dat deel waar normaal gesproken alleen leden van het Koninklijk Huis zich gemotoriseerd op mogen begeven. Er was een klepdekselrace, een concours, eten en drinken, een behendigheidswedstrijd met een radiografisch bestuurbare MGA en ga zo maar door. De familie Spoelstra werd thuis opgehaald met een koetsje en later, met de TD er achter gebonden, door de Haagse partytram naar Scheveningen gebracht voor een feest aldaar inclusief veiling, speeches en playbackshow.
Jongste dochter Cathelijne bracht in 1993 de toen 19-jarige student werktuigbouw Thijs de Groot aan. Hij hield haar Puch op de weg en deed dat veelal in de garage van Bart. Toen hem op een zeker moment werd gevraagd ‘even die startmotor uit die MGB daar’ te halen, deed hij dat maar al te graag en was de eerste stap naar een nieuwe toekomst waarin het merk M.G. de absolute hoofdrol zou spelen gezet.
In 1996 trad Thijs officieel in dienst van de MG Workshop. Bart stond er niet langer alleen voor, maar had daadwerkelijk iemand gevonden die op termijn de zaak voort kon zetten en die dezelfde gedrevenheid op het gebied van sleutelen vertoonde als hijzelf had.
Halverwege de jaren ’90 was het voor de MG Workshop wel zo’n beetje mooi geweest met de racerij. Dit viel samen met de toenemende populariteit van de historische rallysport. In 1993 werd de beroemde SLS, de Scheveningen-Luxemburg-Scheveningen, nieuw leven ingeblazen. Bart keek het een jaartje aan, maar in 1994 was hij van de partij. Nu niet als ‘teambaas’, maar als deelnemer. Het hele gezin Spoelstra, inclusief schoonzonen, werd erbij betrokken en nam gedurende de 15 volgende jaren veelvuldig deel aan allerhande regelmatigheidsritten in binnen- en buitenland, van kleine ééndagsritjes tot de Tulpenrallye, de SLS, de Venetië van het Noorden en de 12 Uren van de Vlaamse Ardennen. Klanten werden aangestoken en het was niet ongewoon voor het officieuze MG Workshop Rally Team om met 20 of zelfs 30 equipes tegelijk in te schrijven voor de veelal Belgische rally’s. Onderling organiseerden we jaren achtereen de ‘Battle of Belgium’ waarin zo’n zes equipes tegen elkaar streden in vooraf bepaalde Belgische rally’s.
De Vlaamse ‘Memorial Gilbert Staepelaere’ (de grootste rally-held die België ooit kende) was een zeer populaire rit onder MG Workshop klanten en mensen schreven massaal in. Drie jaar op rij won het MG Workshop Rally Team de teamprijs en mocht het de wisselbeker uiteindelijk houden.
In 2007 wonnen de zussen Spoelstra een inschrijving voor de prestigieuze Winter Trial die naar de Tsjechische sneeuw zou voeren. Een donkerblauwe GT werd geprepareerd en de dames vertrokken met sneeuwkettingen en al voor een week richting het oosten. Ze kwamen terug met de Ladies Cup en een eerste prijs in klasse. De verhalen van de dames werkten zo aanstekelijk, dat er voor 2008 een team inschreef, uiteraard onder de vlag van het MG Workshop Rally Team. Twee GT’s en twee B’s gingen, opnieuw in Duitsland, Polen, Tsjechië en Oostenrijk, de strijd aan met de Porsches, Volvo Amazon’s en Alfa’s en keerden huiswaarts met de teamprijs op zak en hier en daar een eerste of tweede in klasse. De Porsches hadden geen schijn van kans!
Ondertussen eiste de overheid verdere professionalisering van haar ondernemers. Er moest een betere administratie gevoerd worden. Je kwam niet meer weg met een tientje voor de vuilnisophaalman en de afvoer van olie moest voortaan keurig netjes geregistreerd worden. De jaren ’70 en ’80 waren duidelijk voorbij. In 2000 nam Cathelijne, toen 24 en wel zo’n beetje klaar met studeren, dan ook de taak op zich structuur aan te brengen in de papierwinkel van het bedrijf zodat de heren zich daar geen zorgen meer om hoefden te maken en zich bezig konden houden met auto’s.
Naast administrator en boekhouder, ontwikkelde ze zich al snel tot evenementenorganisator. De jaarlijkse tocht naar het Engelse Silverstone voor ‘MG International’ (tegenwoordig bekend als ‘MG Live!’) is daar een voorbeeld van, maar ook zorgde ze voor gemeenschappelijke inschrijvingen bij rally’s, voor het tentenkamp op het British Car Festival op het circuit van Assen (de voortzetting van de weekenden van MG Noord, voor MG Workshop klanten beter bekend als simpelweg ‘Assen’), de feesten ter gelegenheid van het 30- en het 40-jarig bestaan en diverse ritten en andersoortige evenementen. Slalomdagen op het circuit van Lelystad, ‘triallen’ in Engeland, het jaarlijkse toertje naar de Nieuwjaarsbeurs van de Nederlandse M.G.-clubs, alles kan geregeld worden. Uiteraard staat ze er nooit alleen voor: er zijn altijd wel enthousiaste klanten te vinden die zich belangeloos inzetten voor de MG Workshop als sjouwers, kampement-opbouwers en -afbrekers, boodschappers, marshalls, koks, barmannen en rit-uitzetters.